In Nederland bestaan ongeveer 350 bijensoorten die in totaal op zo’n 1400 planten vliegen. We kunnen je een lijstje geven met bijenplanten, maar weinig mensen nemen de 1400 planten door. We geven je in dit artikel informatie waar je daadwerkelijk wat mee kan. Alles zodat jij en de bijen jaarrond genieten van de tuin.

De basis: voortplanting, vermeerderen, verspreiden, baby’s maken.

Laten we beginnen bij het begin. Want wat wil een bij? Een bij wil zich voortplanten. Simpel. Dat druk heen en weer vliegen doen ze om hun kroost te voeden. Larven, zoals baby-bijen ook wel worden genoemd, willen graag stuifmeel. Hier zitten eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen en nog veel meer in: superfood voor bijen. Dit stuifmeel verzamelen de moeders. Maar om de vleugels van moederbij heen en weer te laten flappen, heeft een bij ook snelle calorieën nodig: suiker, oftewel nectar.

Nectar, stuifmeel, generalisteren en specialisten

Nectar kan een bij bij bijna alle drachtplanten halen. Maar stuifmeel niet. Een bloem wil zich ook voortplanten en doet dit door stuifmeel van de mannelijke bloem naar de stamper van de vrouwelijke bloem te krijgen. Hiervoor lokken ze bijen: die voeren dat klusje uit in ruil voor wat nectar. Hoe meer stuifmeel de bij ‘per ongeluk’ meeneemt, hoe groter de kans dat de bloem wordt bevrucht. Dus de uitdaging aan de plant om zichzelf zo efficiënt mogelijk vorm te geven.

Sommige bijen zijn helemaal aangepast aan één plantsoort, dat noem je een specialist. De specialisten halen overal nectar maar bereiken alleen bij ‘hun’ bloemen het voedzame stuifmeel. Generalisten zijn niet zo kieskeurig en halen overal nectar én stuifmeel maar zijn wel wat minder efficiënt. Uit onderzoek blijkt dat de meeste bijen niet specifiek generalist of specialist zijn maar 10 tot 20 vaste soorten bezoeken.

Weet je dit nog van school? Klik hier voor meer informatie.

Waarom vertellen we over generalisten en specialisten? Omdat, hoe meer variatie in je planten, hoe meer bijen stuifmeel verzamelen en zich dus ook voort kunnen planten. Hierdoor krijg je meer bijen in je tuin en omgeving. Daarnaast weet je nu dat nectar fastfood voor bijen is. Ze willen soms ook een lekker voedende curry: stuifmeel. Maar elke soort heeft weer een andere voorkeur wat betreft stuifmeel: hoe meer variatie, hoe meer bijen.

Inheemse planten zijn de beste planten

Als er ergens al een hele lange tijd een plant groeit, is de kans groot dat er een insect gebruik gaat maken van deze plant.

En zo werd hij langzaam afhankelijk van de aanwezigheid van een specifieke plant. Vergelijk het met de waardplant van vlinders. Je kunt er vanuit gaan dat planten die 150 jaar terug ook in Nederland te vinden waren, behoorlijk wat fans hebben opgebouwd onder de insectenpopulatie. Dit zijn dé planten die je in je tuin wil hebben voor bijen.

Deze inheemse planten verschillen per regio en grondsoort. Woon jij in Zuid-Holland? Dan heb je hele andere planten nodig dan iemand in Limburg. Laat de planten die je in de tuin zet, passen bij de geschiedenis van het stukje landschap om je heen: gelijk een leuk project voor op de zaterdag. Woon je in de Flevopolder? Kweek dan geen zeewier: hou het bij algemene soorten, bijvoorbeeld de paardenbloem. De paardenbloem is een van de meest bezochte bloemen door bijen. Het is een waardevol onkruidje dus laat hem staan, als je het aankan.

Nutteloze planten

Er zijn ook een paar planten en bloemen die weinig nectar én stuifmeel opleveren dit zijn:

– Sierbloemen waarvan je het midden niet kan zien, zoals sommige Dahlia’s.

– Steriele bloemen, denk aan een hortensia’s. Dit omdat ze zelf niet voortplanten via stuifmeel maar stekken.

– Doorgefokte planten: bijv. de ‘standaard’ eerste plantjes uit het tuincentrum (uitzonderingen daar gelaten).

– Planten uit tuincentrums waar gif in gespoten wordt: zelfs al staat er op “voor bijen”; vraag het toch nog even na.

Samenvattend, hoe hou jij de bijen vrolijk? Zorg jaarrond voor gevarieerde bloeiende bloemen met nectar én stuifmeel! En daarnaast, zorg voor voldoende nestgelegenheden: laat uitgebloeide stengels staan, plaats een insectenhotel, leg een hoopje zand met leem aan, start een composthoop, zorg voor wat rottend hout in de tuin etc.: ga weer terug naar de natuur en voorkom een strakke tegeltuin. (later ander artikel over maken en doorlinken)

Mis je nu toch nog zo’n standaard lijstje? We verwijzen toch graag door naar deze deze site omdat daar alle soorten planten in zijn opgenomen en er verassend mooie exemplaren tussen zitten als je niet het standaard rijtje “kogeldistel, margriet, knoopkruid, kattenstaart, beemdkroon, guldenroede, kaasjeskruid, veldsalie, brunel, slangekruid” wil volgen. En nu hebben wij het alsnog gedaan 😉.